Geplaagd door allerlei fysieke en psychische ongemakken werd Heyvaert in 1969 voor meer dan 66% werkonbekwaam verklaard. Hij kreeg het statuut van invaliditeit, wat recht gaf op een maandelijks vervangingsinkomen. Vanaf dan concentreerde Heyvaert zich op beeldende kunst. In de periode waarin hij zich voltijds aan het kunstenaarschap kon wijden, verwierf hij voor zichzelf een vrijplaats, ver weg van de eisen die hem als architect werden gesteld en van de toegevingen die van hem werden verwacht.
Zijn persoonlijke geschiedenis en zijn werk waren nauw verweven; leven en werk lagen erg dicht bij elkaar. Heyvaert gebruikte alledaagse voorwerpen en materialen en wist als geen ander poëzie in zijn werken te blazen. Hij had de uitzonderlijke gave om door een simpel gebaar iets te maken van gewone, eenvoudige objecten uit zijn omgeving. Via kleine, precieze gebaren bracht Heyvaert een soort ode aan de dingen. In zijn tekeningen spelen vorm en kleur een belangrijke rol.
Zijn volledige oeuvre is doordrongen van geometrische vormen. Nadat hij zich in 1975 in Scheldewindeke vestigde combineerde hij de strakke geometrische vormentaal met organische vormen van de natuur. Naarmate hij ouder en zieker werd, beperkte hij zich meer tot wat hij rondom zich aantrof. Het repetitieve zocht hij in het materiaal, zoals in toile cirée en in behangpapier, of door het assembleren van bijvoorbeeld dozen met ontbijtgranen en luciferdoosjes.
De presentatie op After Paradise bevat naast objecten en tekeningen ook enkele exemplaren van zijn communicatiemiddel bij uitstek: mail art. Hij toonde een grote vindingrijkheid in het versturen van poststukken naar zijn beide dochters (die van hem gescheiden leefden) en vrienden. Hij wist als geen ander hoe hij de conventies van het medium kon rekken, in die zin dat het vandaag verbazingwekkend lijkt dat de stukken (waaronder een borstel, een mes en een blikopener) effectief door de postbode werden afgeleverd.
De presentatie is opgevat als een ontmoeting, een beperkte selectie en een doorsnede van het veellagige oeuvre van René Heyvaert. De werken dateren uit de periode 1970-1984, waarin het succes en de interesse voor zijn werk zeer matig was. Pas na zijn dood komt er een bredere appreciatie van zijn werk. In Initiatief 86 (Gent, 1986, een tentoonstelling die parallel met Chambres d’Amis
liep) neemt curator Kasper König hem op in zijn selectie van Belgische kunst. Ook vandaag nog wordt Heyvaert beschouwd als een ‘artist’s artist’, een kunstenaar die vooral door andere kunstenaars (en minder door het grote publiek) wordt gewaardeerd.