Waterverf en gouache op karton, 23,5 cm × 27,5 cm.
In de vroege reeks tekeningen Zonder titel (1994) waar we nu naar verwijzen als dekenvrouwen introduceerde Berlinde De Bruyckere de menselijke figuur in haar werk, waarna sculpturen als Spreken (1999) volgden. Golvende haren, of een deken zoals in Spreken bedekken hun herkenbare en identiteitverstrekkende kenmerken. In ons lijden zijn we allen verbonden. De gebruikte materialen zijn metaforen en herkenbare vormen die de toeschouwer herinneren aan hun eigen realiteit.